Tijdens de Kunstroute Heerenveen 2025 én de UIT markt zullen de geweldige resultaten van de samenwerkingsprojecten te zien zijn.
Kunstenares Dineke Hoekstra-Greve en ik werken samen aan het project ‘Visuele poëzie’ waarbij mijn gedichten de inspiratie vormen voor een kunstwerk. Dit kan een schilderij zijn, maar natuurlijk ook iets totaal anders. Net als kunst is poëzie tenslotte ontzettend veelzijdig en kun je er alle kanten mee op. Het gekozen gedicht wordt in geprinte versie bij het kunstwerk getoond als de tekst er niet in te lezen is.
Mijn gedichten kenmerken zich door toegankelijkheid, een sterk metrum en vrijwel altijd rijm. Hieronder vind je een bloemlezing van mijn gedichten die ik geschreven heb tussen 1997 en 2025 (dus tussen mijn 13e en 40e). Lees ze gerust even door, wie weet word je geïnspireerd of krijg je er een glimlach of emotie door.
Je kunt natuurlijk ook mijn dichtbundel ‘Welkom in Perland‘ aanschaffen.
Als je mee wilt doen aan of vragen hebt over dit samenwerkingsproject, neem dan gerust contact met ons op via info@kunstrouteheerenveen.frl.
Yathzee
Het leven is een pot Yathzee,
een spel dat je moet spelen.
Soms zit het tegen, soms ook mee,
je zult je nooit vervelen.
De stenen rollen in de maat,
twee enen of drie vijven
en soms ineens een grote straat.
Je zult aan ’t gooien blijven.
Het leven is een pot Yathzee,
soms zit het mee, soms tegen,
dus neem je scoreblok maar mee;
je zúlt die beker legen.
(2008)
Mijn moeder leeft
Mijn moeder leeft! Ze leeft in mij.
Ik zie haar in mezelf en zij
kijkt terug; haar zo bekende blik
vanuit het spiegelglas en ik
zie dat ze mij haar glimlach geeft
vanuit mijn ziel. Mijn moeder leeft!
(2008)
Nu jou
Ooit woonde jij in mij, mijn kind,
mijn buikje was jouw thuis.
Toen kwam jij uit mijn lijf, mijn kind,
en met ons mee naar huis.
Van met zijn twee voor 17
jaar naar met drie te zijn.
Jij kwam erbij, mocht ’t leven zien,
en nu is ’t extra fijn.
’t Zal nooit meer worden hoe het was;
ons leven heeft nu jou
en past ons als de fijnste jas!
In-fijn, intiem, in touw.
(2024)
In bloemlezing ‘Omarm‘
Podium
Mijn wereld is een podium,
ik speel mijn eigen rol,
maar ik ben steeds mijn teksten kwijt;
mijn hoofd zit veel te vol.
(2008)
Stilte
Ik weet precies weer wat ik mis
als stilte tekst geworden is.
(2009)
Het mooiste dat ik maakte
Ik maakte in mijn hele leven
vele dingen, steeds erbij;
mijn gedichten, veel geschreven,
tekeningen, schilderij,
maar het mooiste dat ik maakte,
lieve meid, ja, dat ben jij.
(2021)
Zwaar verdwaald
Zware kost en mooie woorden
maken moe, maar maken vrij.
Het kompas wijst naar het noorden,
maar het zuiden maakt me blij.
Laat me dus nog even struinen
tot ik weer mijn paadje vind,
in het bos of in de duinen,
zwaar verdwaald, maar diep bemind.
(2018)
Ik zie je lopen op de dijk
Ik zie je lopen op de dijk,
alsof ik naar een droombeeld kijk,
maar ik weet: je bent het echt.
Vriend’lijk, warm en zo oprecht.
Ik zie je lopen op de dijk.
Ik pak een foto, vergelijk,
hoor in mijn hoofd de woeste wind
en weet: ik ben mijn vaders kind.
(2017)
In mijn schrijfselen
Ik scrol eens wat rond in mijn vele gedichten,
daar lees ik veel delen van mij.
Ik kijk naar een soort van mijn vele gezichten,
verborgen, verdrongen, verstopt, maar ook vrij.
De woorden die vloeiden als stromende beken,
de zinnen als sneeuw in het licht.
Een wollig dik pak, maar slechts even bekeken,
en dan weer geweken, weer dicht.
Ik lees mij zo groeien, verdwalen, verand’ren,
beseffen, begrijpen en ‘zijn’.
Beoordeeld, door mij, niet zozeer door de and’ren,
maar altijd hermetisch en fijn.
Dan kijk ik weer rond in mijn prachtige leven
en daarna naar wie ik ooit was.
Dan zie ik het goeds dat aan mij werd gegeven,
wat ik in mijn schrijfselen las.
(2025)
Ik loop op de zon / mijn leven is feest
Ik loop op de zon en ik dans in de regen,
mijn leven is feest en niets zit meer tegen.
Ik klap in mijn handen, ik zing ’t hoogste lied,
ik leef al mijn dromen, wat d’ochtend ook biedt.
Ik loop op de zon en ik zing door de wolken,
mijn leven is feest en dat wil ik vertolken.
Ik klap in mijn handen, draai rond in het veld,
ik ben een prinsesje, had ik dat verteld?
Ik loop op de zon en ik zwem door mijn dromen,
mijn leven is feest, hoe is dat zo gekomen?
Ik klap in mijn handen, laat gaan al mijn pijn.
Mijn leven is feest en dat mag nu zo zijn.
(2014)
Mama’s verjaardag (2011)
Geen bloemen en geen slingers,
geen pakjes en geen taart.
Jouw handen, maar mijn vingers
omsluiten, heel bedaard,
een glaasje wijn
en proosten fijn
op jou, die niet verjaart.
(2011)
3104
Toch nog eventjes de zon
na een dag vol regenbuien,
twijfelend aan dikke truien,
toen de zomer pas begon.
Op een vrijdagavond schijnen
zonnestralen door het raam,
fluisteren een zoete naam,
spinnen mooie, gouden lijnen.
(2008)
Ode aan koffie
Lichtpunt in de donk’re morgen,
warmte op een koude dag.
Altijd voor ontspanning zorgen.
Fijn dat ik u proeven mag.
Bruine, zachte, zoete streling,
rustpunt in de bezigheid.
Deze ode, uit verveling;
elk moment is koffietijd!
(2001)
Distichon
‘k Staar rijmloos in de felle zon.
“Oh, als ik eens naar huis gaan kon.”
(2003)
Lady
Dametje op witte sokjes,
keurig gladgestreken vacht.
Altijd waakzaam, altijd netjes,
braaf in ’t mandje, elke nacht.
Lady, ‘Leedje’, klein mevrouwtje
kreeg wat last van d’ oude dag.
Graag op schoot bij de visite
en een koekje als dat mag.
Witte tandjes, trippelteentjes,
door mijn oma vaak verwend.
Altijd lief, maar dol op aandacht
en een lady tot het end.
(2003)
Liggen in het gras
‘k Sluit mijn ogen en ik voel me,
voel me liggen in het gras.
Plots vervagen al mijn dekens
en verandert het matras.
Even lig ik in het weiland,
in het weiland op mijn rug.
Daarna open ik mijn ogen,
zijn mijn dekens weer terug.
(2003)
Grote groene velden
Grote groene velden tot de horizon gestrekt,
waar de randgeluiden van het dorp zijn weggelekt.
Gras en enkel gras en bomen, sloten vol met kroos,
kleurt de warme avondzon nog roder dan een roos.
Grote groene velden waar de stilte altijd klinkt,
waar je in de zomer in het zachte hooi verzinkt,
loop ik in gedachten tot de uren van vandaag
door de groene velden in het dorp Kollumerzwaag.
(2004)
Groei
En langzaam
leeft het lichaam
leeft het lijf
en leert
van litteken
naar litteken
van lekkere meid
naar lelijk wijf.
(2014)
Elfstedentocht
Het lijkt wel de Elfstedentocht,
de kou die ik hier voel.
Ik wou dat ik me warmen mocht…
Je snapt wat ik bedoel.
Het lijkt wel de Elfstedentocht,
het ijs is superdik.
Ik sta te kleumen in de bocht;
de stempelplek ben ik.
Het lijkt wel de Elfstedentocht,
ik Fries hier bijna weg.
Ik haw sa stadichoan myn nocht.
Je snapt wel wat ik zeg.
(2015)